Een dramatische start van zijn leven beloofde niet veel goeds. Maar dan, vlak voor de oorlog, komt hij in een Leids pleeggezin, dat alsnog de basis legt voor zijn succes.
De dag nadat je in Parijs bent geboren heeft je vader, Ramses Shaffy senior, een Egyptische diplomaat je al verlaten. Met je moeder, die zich uitgeeft voor erfgenaam van de Russische tsaar Nicolaas II, vertrek je naar de Côte d’Azur. Daar leid je een heerlijk leventje. Je moeder speelt ’savonds Russische liedjes, die je overdag als kleine jongen op de zonovergoten terrassen voor de gasten zingt. Je moeder heeft rijke vrienden en zo rijd je als je nog maar net 5 jaar bent in een electrische Citroenette op de Boulevard de Croisette in Cannes.
Lang duurt dat luxe leventje niet. Als je net 6 jaar bent zet je moeder je op de trein naar Nederland. Je zingt er later over in ‘De trein naar het Noorden…’ Dit was niet het avontuur dat hij zelf had gekozen.
Je komt in Utrecht te wonen bij Tante Marie en Oom Wova Smirnoff. Tante Marie wordt ernstig ziek en oom Wova nog alleen thuis, denkt: “Wat moet ik met zo’n joch?”. Hij brengt je naar Zonneschijn in Zeist, een streng kindertehuis en hij zegt dat hij je eind van de middag weer komt ophalen. Oom Wova komt helemaal niet terug.
Je gooit een stoel door de ruiten en smijt aardappelen in het gezicht van de directrice. Waarom laat iedereen en alles je in de steek? En dan, vlak voor de oorlog ga je logeren bij een Leids gezin. Je voelt direct een klik met de moeder en wat kan die vader mooi piano spelen. Herman en Roos Snellen nemen je op in het gezin en je hebt ineens een zusje, Aya. Je gaat naar de Montessorischool, krijgt muziekles en blijkt over een enorm muzikaal talent te beschikken. Je krijgt alle kans om je te ontwikkelen. De rest is Nederlandse muziekgeschiedenis.